Inleiding in de filosofie I

Inleiding in de filosofie I

Praktische inleiding die uitmondt in een bespreking van Descartes en Kant.

Van oudsher probeert de filosofie de touwtjes aan elkaar vast te knopen, verbindingslijnen te trekken, kortom, te begrijpen hoe de werkelijkheid in elkaar steekt. Zij weigert zich daarbij over te geven aan mystiek, maar tracht integendeel in een nuchter en helder denken met beide benen op de grond te blijven. In haar zoektocht naar het ‘geheim’ van de mens vraagt ze: wie ben ik? Wat is de zin van mijn bestaan? Vind ik de zin van mijn bestaan in mijzelf? Of in anderen? Ben ik een soort machine of computer, onvrij? Of juist vrij? Of beide?
In een inleidende cursus wordt men zo de wijsbegeerte in gevoerd:

  • we beginnen met kernachtige, soms provocerende uitspraken van filosofen
  • daarna worden respectievelijk de stellingen verdedigd dat u niet vrij bent, en dat u vrij bent
  • we vervolgen met een inleiding in Descartes, waarbij en passant met een glasheldere redenering het bestaan van God ‘bewezen' wordt
  • tot slot is er een inleiding in Kant, die de werkelijkheid op zijn kop zal zetten.

De bijeenkomsten zijn een oefening in (anders) denken en relativeren. De praktische kant van de cursus is dat men leert te filosoferen door het te doen.

Data: 

Geen data voor dit thema, zie Agenda voor data andere thema's.